Free enterprise, ook bekend als kapitalisme, is een soort van economische en sociale systeem gebaseerd op particulier kapitaal, productiemiddelen, arbeid, en de markt handel. Winsten worden gedistribueerd aan eigenaars of gebruikt om te investeren in technologie en industrie. Er zijn vijf grondbeginselen van het systeem, dat in het algemeen worden geaccepteerd als bepalende elementen voor de welvaart van het systeem.
Voor een kapitalistische samenleving om te slagen, moet er individuen om deel te nemen als investeerders, consumenten en arbeiders. Consumenten invloed productiepatronen via aankoopbeslissingen. Arbeiders beslissen wat banen te creëren en wat markten op zoek naar werk. Beleggers beslissen hoeveel geld wilt opslaan en hoeveel te investeren helpende bedrijven groeien.
Bedrijven beslissen wat en waar de productie moet optreden en ook van invloed zijn aankoop. Bedrijven proberen te beïnvloeden van de beslissingen van de consument met behulp van marketing en reclame winst (ook bekend als een winstoogmerk) te maximaliseren. Dit is de drijvende kracht van de kapitalistische maatschappij.
De vrije markt is de centrale uitwisseling van goederen en diensten. In een kapitalistische maatschappij, worden de goederen en diensten gecontroleerd voornamelijk door middel van vraag en aanbod, alsmede concurrentie. Wetten zijn ter bevordering van de concurrentie in de vrije markt en monopolies te vermijden.
Inkomsten in de kapitalistische samenleving vooral hangt af van vaardigheden, samen met vraag en aanbod. Mensen met zeldzame vaardigheden zijn veel meer waard in de vrije markt en hoger inkomen kunnen eisen.
In een kapitalistische economie, de markt wordt niet gecontroleerd door de overheid (een systeem bekend als laissez faire), maar nog steeds wordt gereguleerd door de regering. De overheid stelt wetten ter bescherming van de consument en zorgen dat concurrentie gehandhaafd of bevorderd.