Economie is een sociale wetenschap behandelt hoe populaties gebruiken en distribueren van middelen. Comparatief voordeel is een basisprincipe van de economie die beschrijft een situatie waarin een bepaalde persoon of groep is in staat tot een bepaalde goed in een lagere opportuniteitskosten dan een ander individu of groep. Een opportuniteitskosten is de kosten van het doen van één ding in plaats van een ander. Bijvoorbeeld, de opportuniteitskosten voor het produceren van schoenen is af te zien van de productie van andere goederen.
Identificatie
In de economie bepaalt comparatief voordeel welke personen of groepen welke producten in een economie produceren zal. Individuen en groepen zal neigen tot welk goed zij een comparatief voordeel hebben in productie. Bijvoorbeeld, als arbeid de enige kosten die is aan de productie van goederen gerelateerde en de werknemers in land A kan een paar schoenen met één uur arbeid en honkballen met twee uren van arbeid, produceren terwijl de arbeiders in land B schoenen met twee uren van arbeid en honkballen met één uur arbeid produceren kunnen, land A heeft een comparatief voordeel in het maken van schoenen en land B heeft een comparatief voordeel in het maken van honkballen. Met andere woorden, land A geeft minder om schoenen dan land B doet.
Effecten
Het principe van comparatief voordeel heeft vele economische implicaties. Comparatief voordeel neigt te leiden tot specialisatie en internationale handel. In het bovenstaande voorbeeld is de mogelijkheid voor land werknemers A naar het produceren van een honkbal twee paar schoenen omdat ze schoenen tweemaal zo snel maken. In land B is de alternatieve kosten voor de productie van een honkbal 0.5 paar schoenen omdat ze twee keer zo snel honkballen. Land A zou in dit geval waarschijnlijk zijn gespecialiseerd in het produceren van schoenen terwijl land B honkballen produceren zou en de twee zou de handel voor de goederen dat zij een vergelijkende nadeel in de productie hebben.
Misvattingen
Het is een algemene misvatting dat een land dat inefficiënte op het produceren van alle goederen een comparatief voordeel in het produceren van een goed niet kan hebben. Indien land A kan produceren schoenen met één uur arbeid en honkballen met twee uren van arbeid, terwijl land B kan het produceren van schoenen met zes uren van arbeid en honkballen met drie uren van arbeid, land B heeft nog steeds een comparatief voordeel in het produceren van honkballen. De opportuniteitskosten voor land B voor de productie van een honkbal is nog steeds 0,5 schoenen omdat ze nog steeds twee keer zo efficiënt op het produceren van honkballen dan schoenen, hoewel het hen langer duurt om te produceren beide soorten goederen dan in het vorige voorbeeld.
Overwegingen
De term "absoluut voordeel" beschrijft een situatie waar een individu of groep iets efficiënter dan de andere produceren kan. Bijvoorbeeld, in het voorbeeld uit sectie 3 heeft land A een absoluut voordeel in het produceren van schoenen én honkballen, hoewel land B een comparatief voordeel heeft in het produceren van honkballen.