Werkwoorden, zin of verleden, heden of toekomst, worden gedicteerd door de tijd van het werkwoord die u schrijft. Hoe u de tijd van een zin uit verleden te presenteren is afhankelijk van de vorm van de verleden tijd wordt gebruikt. De vier mogelijke verkrampt zijn eenvoudig verleden, die komt het meest voor, gevolgd door afgelopen progressieve gespannen, verleden perfect gespannen, en een combinatie van beide, verleden perfect progressieve gespannen. Elk van deze werkwoorden heeft een tegenhanger van de tegenwoordige-tijd. Door het werkwoord enigszins te wijzigen, kunt u de zin van verleden tijd te presenteren gespannen.
Wat die u nodig hebt
- Woordenboek
Wijzig de o.v.t. in de eenvoudige tegenwoordige tijd. Bijvoorbeeld, kan een eenvoudige verleden-tijd-zin die luidt "Ik glimlachte" worden gewijzigd in "Ik glimlach," die is eenvoudige tegenwoordige tijd.
Wijzig de afgelopen progressieve versie van de zin in de huidige progressieve. Bijvoorbeeld, wijzigt "Ik was smiling" tot "Ik ben smiling" de afgelopen progressieve gespannen om progressieve gespannen.
Het verleden perfect gespannen omzetten in de huidige perfecte gespannen. In plaats van "Ik had glimlachte," schrijven "Ik heb glimlachte."
Het verleden perfect progressieve gespannen omzetten in de huidige perfecte progressieve gespannen. Bijvoorbeeld, verander "Ik had glimlachen" naar "Ik glimlachen."