De jade plant, inheems in Zuid-Afrika, is snel populair als een favoriete bonsai. Het is gemakkelijk om te groeien, en kan worden gehouden binnen of in openlucht. Het wortelgestel van de jade plant leent zich aan ondiepe containers, waardoor het een ideale keuze om te gebruiken als bonsai of miniatuur plant. Opleiding een jade plant is vrij eenvoudig---ze met gemak met behulp van gewichten en draad kunnen worden gemanipuleerd. Met zorg en aandacht, kan een jade plant een aantrekkelijke bonsai maken.
Wat die u nodig hebt
- Kleine bonsai gewichten
- Aluminium bonsai draad
- Bonsai draadknipper
- Concaaf bonsai pruner
- Potgrond
- Bonsai meststof
- Ondiepe pot
Een pot die groot genoeg is om de jade plant groeien---vinden het moet iets breder en dieper dan de plant en zijn wortel-bal. Gebruik een potgrond mix die enerzijds gesteriliseerd leem, twee delen scherp zand en twee delen turf. Plaats in de volle zon.
Snoei uw jade bonsai om het vorm te geven. De jade bonsai is bestand tegen agressieve snoeien. Pinch en verwijder takken die op ongewenste plaatsen groeien om uw jade bonsai te verfijnen. Frequente snoeien is vereist tijdens het seizoen van de groei. De bonsai kan verlangen snoei zo vaak als twee keer per week. Flush snijdt in plaats van holle bezuinigingen zijn beste bij het verwijderen van twijgen en takken. Oppassen niet te diep snijden of het kan een litteken veroorzaken. Jade planten zijn stoer en vereisen geen verzegeling na snoeien.
U kunt uw jade bonsai trainen in veel van de traditionele bonsai-stijlen, zoals "scheve" (die heeft een schuine, winderige look) of "informele rechtop" (waarin de kofferbak bochten naar links of naar rechts). Manipuleren van uw bonsai met kleine gewichten, die kunnen worden opgehangen van de takken te buigen van hen, of met zeer zachte bedrading. Aluminium draad is een van de meest voorkomende methoden die worden gebruikt voor het vormgeven van uw bonsai. Wikkel de draad rond de tak, en daarna buig de tak in de gewenste vorm. Gebruik van 1 mm draad voor kleinere bomen en blijven bewegen in grootte als de boom groeit. Houd de draad op een dikte klein genoeg om het te ondersteunen totdat het is getraind in positie. Bedrading van de boom gebeurt best in de herfst of winter.
Verpotten de bonsai plant om de paar jaar. Doen tijdens de lente en de zomer maanden. Trim terug de wortels een beetje wanneer verpotten door 1/4 inch of zo. Geef de plant een pauze uit het water voor een paar weken na het verpotten voor hervatting van een regelmatig het water geven programma.
Bemesten eenmaal per maand tijdens het groeiseizoen van de lente en zomer. Niet bevrucht tijdens de wintermaanden. Gebruik een evenwichtige kunstmest geformuleerd voor bonsai.
Het water van de bonsai genoeg om te voorkomen dat de plant uitdrogen. Wees voorzichtig niet te overwater het (laat niet de bodem te drassig worden). Het toevoegen van net genoeg water te bevochtigen van de bodem. Toestaan dat de top van de bodem van de bodem een beetje drogen tussen drenken. Verminderen drenken tijdens de wintermaanden.