Een concentratie meet het bedrag van een opgeloste stof (opgeloste stof) in een oplossing. Gebruikte Molaire concentratie, of molarity, vertegenwoordigt het aantal mol van de opgeloste stof in 1L (liter) van de oplossing. Normaliteit (aangeduid als "N") is vergelijkbaar met molarity, maar het verwijst naar het aantal chemische equivalenten in plaats van mollen. Bijvoorbeeld, een molecule van zwavelzuur, H2SO4, produceert twee waterstof-ionen in de oplossing, en vandaar kan reageren met twee moleculen van een andere stof. Dientengevolge, zal een molaire oplossing van H2SO4 hebben de normaliteit van 2. Bereken de massa (in gram) van H2SO4 in 240ml 2,5 normale (N)-oplossing als voorbeeld.
Wat die u nodig hebt
- Periodic table of the elements
- Rekenmachine
Vind de atoommassa van de elementen waaruit de opgeloste stof uit het periodiek systeem der elementen (zie bronnen). In het voorbeeld de atoommassa van waterstof (H), zijn zwavel (S) en zuurstof (O) 1, 32 en 16, respectievelijk.
De atoommassa van alle atomen in het molecule voor het berekenen van de moleculaire massa samenvatten.
In dit voorbeeld is de molecuulmassa van H2SO4 (1 x 2) + 32 + (4 x 16) = 98g/mol.Verdeel de molecuulmassa door het aantal waterstof-ionen geproduceerd tijdens de samengestelde dissociatie voor de berekening van de samengestelde massa gelijkwaardig. In het voorbeeld, de moleculaire massa van H2SO4 moet worden gedeeld door 2, dus 98/2 = 49g/gelijkwaardig. Opmerking dat de dissociatie van H2SO4 de vergelijking H2SO4 volgt = 2 H + SO4(2-).
Verdeel het volume van de oplossing (in ml) met 1.000 te converteren naar liter (L). In het voorbeeld zal 240ml 0,24 L omzetten.
Vermenigvuldig de normaliteit van de gelijkwaardige massa en het volume van de oplossing (in liter) voor het berekenen van de massa (in gram) van de opgeloste stof. In dit voorbeeld is de massa van H2SO4 2.5 N x 49g/gelijkwaardig x 0,24 L = 29,4 g.