Piramide wiskunde is een speciale techniek die gebruikt wordt om te leren van de toevoeging van de fundamentele vaardigheden door middel van een illustratie van 10 dozen gestapeld als een piramide (vier onderaan, dan drie, dan twee, dan een) en het toevoegen van de getallen in de vakken ernaast tot het bereiken van de top. De activiteit kan worden aangepast voor het gebruik van vermenigvuldiging evenals--te vermenigvuldigen met de nummers onderaan tot het bereiken van het product aan de bovenkant. Werken achteruit (dat wil zeggen, beginnend met het hoogste nummer) biedt de factoren.
Maak een piramide math door het opstellen van een enkele rij van vier opeenvolgende vakken naast elkaar. Teken een ander drie vakken ernaast direct bovenop deze--vervolgens een ander niveau met twee dozen en tot slot één vak op de top van hen allen.
Leveren het eindproduct in het bovenste vak. Dit getal kan niet prime of het product van twee priemgetallen in óf van de piramide werkt niet. Evenzo moeten de twee factoren van het product delen een gemeenschappelijke factor. Bijvoorbeeld het nummer 384 gebruiken.
Het nummer in het bovenste vak factor in de rij met twee vakken eronder. Vergeet niet dat factoren zijn getallen die kunnen worden vermenigvuldigd samen te maken van het nummer wordt verwerkt.
Bijvoorbeeld, kan 384 worden verwerkt door 16 en 24.
De getallen in de rij met twee vakken factor in de drie vakjes hieronder. De twee getallen moet beschikken over een gemeenschappelijke factor, die worden verder in gesplitst kan om te vullen van de piramide.
Bijvoorbeeld: 16 factoren in 1 en 16, 2 en 8 of 4 en 4; 1 en 2 kan niet worden verwerkt verder, dus ze onjuist zijn. Vervolgens 24 factoren in 1 en 24, 2 en 12, 3 en 8 en 4 en 6; 1, 2 en 3 kan niet worden verwerkt, zodat ze kloppen. Daarom, 16 en 24 delen de gemeenschappelijke factor van 4, zodat de derde rij 4, 4, 6 heeft.
Factor de nummers in de drie vakken van de tweede rij in de vier vakken onderaan. Hier, moet het aantal in het midden van de drie vakken hebben een factor gemeen met elk van de andere factoren (maar niet hetzelfde nummer met hen beiden). Het eindresultaat zal worden de factoren van het beginnummer.
Bijvoorbeeld: 4 is verwerkt in 1 en 4 of 2 en 2. Hetzelfde met de tweede 4 en 6 is verwerkt in 1 en 6 of 2 en 3. De laatste rij kunt lezen ofwel 1, 4, 1, 6 of 2, 2, 2, 3.