Wi-Fi-technologie kan computers verbinden met het Internet via een draadloze LAN-netwerken. Computers verbinding maken met een WLAN via een router, een apparaat dat is aangesloten op de modem van een Internet en netwerkgegevens aan nabijgelegen PCs worden verzonden. Om te verbinden met een Wi-Fi-netwerk, uw computer moet beschikken over een Wi-Fi of wireless, kaart geïnstalleerd, en het moet dicht bij een draadloos toegangspunt of router. Voordat u probeert te verbinden met het Internet, zorg ervoor dat uw PC beschikt over een draadloze kaart geïnstalleerd en dat is de kaart ingeschakeld.
Controleer of dat de computer heeft een Wi-Fi-kaart geïnstalleerd. Klik op "Start". Typ 'devmgmt.msc' in de zoekbalk. Druk op "Enter" om Apparaatbeheer te openen.
Vouw "Netwerkadapters." Als er geen device met de woorden "WLAN", "Wi-Fi" of "Wireless LAN" in de naam, is de computer wellicht niet een Wi-Fi-kaart. Sluit een USB draadloze kaart op de computer en installeer het apparaat zodat draadloze mogelijkheden op uw PC.
Klik op "Start". Met de rechtermuisknop op "Netwerk." Kies "Eigenschappen" uit het contextuele menu te openen "Netwerk en deelneming midden."
Kies "Adapterinstellingen wijzigen" in het linkerdeelvenster. Klik op "Draadloze netwerkverbinding".
Klik op "Enable dit netwerkapparaat" als de optie wordt weergegeven in de werkbalk.
Klikt u op het pijl-icoon op de taakbalk om alle programma's weergeven in het systeemvak. Klik op het pictogram van de draadloze netwerkverbinding voor een lijst met beschikbare Wi-Fi verbindingen.
Selecteer een draadloos hotspot in de lijst. Klik op "Connect". Het netwerkwachtwoord invoeren in het daarvoor bestemde veld, indien nodig, klik dan "OK."
Start een browser en navigeer naar een website te bevestigen de verbinding werkt.
- Het pictogram Draadloze netwerkverbinding ziet eruit als een signaal-bar.
- U moet niet verbinden met een Wi-Fi-hotspot tenzij u hebt toestemming om verbinding met dat netwerk te maken.