Voor veel kinderen en volwassenen opleveren breuken sommige moeilijkheden. Dit is vooral het geval met oneigenlijke breuken, waarin de teller, of het hoogste getal, groter dan de deler, of onderste getal is. Zelfs wanneer opvoeders hebben betrekking op breuken in het echte leven, kunnen bijvoorbeeld het vergelijken van breuken aan stukken taart oneigenlijke breuken moeilijk te conceptualiseren. Immers, hoe kunt u 10/2 van een taart hebben? Deze oneigenlijke breuken omzetten in gemengde getallen of gehele getallen maakt hen gemakkelijker te begrijpen.
Pen-en-papier methode
Verdeel de teller door de deler. Uw quotiënt zal hebben een geheel getal en, in sommige gevallen wat restjes. Bijvoorbeeld, als uw oneigenlijke noemer 15/2, verdeel 15 door 2. U krijgt 7, waarbij 1 links.
Neem het gehele getal van het quotiënt en schrijf het zelf. In het eerste voorbeeld, 15 gedeeld door 2, is het quotiënt een geheel getal van 7. Als uw noemer gelijkmatig in de teller verdeelt, bent u klaar. Bijvoorbeeld, als de noemer oneigenlijke 16/4, verdeelt u 16 door 4 om 4. 4 is de uitdrukking van het geheel-getal van 16/4.
Neem het nummer dat is overgebleven wanneer u aanvankelijk de teller gedeeld door de deler en plaatst u dit nummer boven de oorspronkelijke noemer. Met het voorbeeld 15/2 was het quotiënt 7 met 1 links. Als u deze oneigenlijke breuk als enkele gemengde uitdrukken, zou je schrijven 7 1/2.
Rekenmachine-methode
Gebruik uw calculator om de teller te verdelen door de deler. Bijvoorbeeld, met de oneigenlijke fractie 40/3, u 40 door 3 verdeel en krijgen van 13.33333, met de 3s herhaald tot oneindig.
Neem het nummer vóór het decimaalteken, in dit geval 13, en vermenigvuldig het door de noemer, in dit geval 3. Hier zou je 39.
Aftrekken van dit product van de teller van de breuk. In dit voorbeeld zou u aftrekken 39 40 € en krijgt 1. Dit nummer is het "verschil".
Noteer het nummer dat vóór het decimaalteken verscheen wanneer u de teller en de noemer verdeeld. Neem het "verschil" en plaats het boven de deler. In dit voorbeeld wordt 40/3 13 1/3.