Morele ontwikkeling en onderwijs is een onderwerp van belang zijn voor opvoeders en ouders zoals zij worden geconfronteerd met sociale problemen in hun gemeenschappen. Onderzoek naar hoe kinderen een gevoel van moraliteit door volwassenheid ontwikkelen is uitgevoerd door verscheidene geleerden op het gebied van psychologie, met inbegrip van Jean Piaget.
Achtergrond
Bij het begin van zijn carrière was Jean Piaget een bioloog die studeerde van weekdieren. Echter, hij werd al snel ook geïnteresseerd in de ontwikkeling van kennis en denken, en zijn interesse dreef menselijk gedrag te leren. Hij ontwikkelde veel theorieën over hoe baby's en kinderen over hun omgeving leren, naamgeving van elke fase naarmate zij in hun ontwikkeling vorderde. Piaget was ook één van de eerste psychologen te specifiek schetsen een theorie over de morele ontwikkeling. Hij begon met het bestuderen van de manier waarop kinderen werken en spelen met elkaar, het identificeren van de verschillende regels die ze toegepast en hun opvattingen over wat goed en fout was. Piaget ook verzameld informatie door het interviewen van kinderen over handelingen zoals stelen en liegen, wijzend op de verschillen in kinderen van verschillende leeftijden. Zijn resulterende theorie geeft twee verschillende stadia van morele ontwikkeling.
Fase 1: Heteronome moraal
In de eerste fase van de morele ontwikkeling, kinderen volgen van strenge regels en zijn volledig gehoorzamen aan autoriteit. Piaget stelt dat dit treedt op bij jongere kinderen gedeeltelijk vanwege hun cognitieve ontwikkeling. Voor jonge kinderen, regels worden gezien als starre dingen die niet veranderen, welke Piaget roept moreel realisme. Kinderen in deze fase zijn ook rechter hoe verkeerd een bepaalde actie is door de onmiddellijke gevolgen ervan; negatieve gevolgen of straf wordt gezien als een automatische reactie op het overtreden van een regel. Piaget merkte ook op dat de sociale relaties tussen volwassenen en kinderen ook deze fase ondersteund: volwassenen hebben een natuurlijke autoriteit over kinderen van een jonge leeftijd, en macht en regels worden doorgegeven zonder discussie.
Fase 2: Autonome werkelijkheid
Als kinderen beginnen te leren van nieuwe dingen over de wereld door middel van hun interacties met andere kinderen en volwassenen, lopen ze in de tweede fase van de morele ontwikkeling. In dit stadium stelt Piaget dat kinderen leren kritisch evalueren van regels en toepassing van hen op basis van samenwerking en respect met andere kinderen. Kinderen beginnen te leren om het perspectief van anderen in dit stadium. Intentie is ook een belangrijk concept in dit stadium. Kinderen beginnen te beoordelen hoe verkeerd een actie door de intentie van de dader, en straf is dienovereenkomstig aangepast.
Toepassing van de theorie van Piaget
Op basis van zijn bevindingen, voorgesteld Piaget dat scholen zich richten op studenten te voorzien van mogelijkheden om te ontwikkelen en de praktijk van specifieke vaardigheden om te helpen bij hun morele ontwikkeling. Hij beweerde dat kinderen zou best leren door situaties die vereist coöperatieve besluitvorming en oplossen van problemen met andere kinderen. Piaget geloofde dat deze methode zou effectiever dat gewoon indoctrinerende kinderen met normen en regels.