Water kunt de brandstofleidingen van een boot in een aantal manieren invoeren. Omdat de boten worden geëxploiteerd uitsluitend in water, is hun blootstelling aan dit gevaar veel opvallender dan die van auto's. Water kan de brandstoftank rechtstreeks invoeren als het gas GLB is gebleven. Het GLB gas kan ook mislukken om te vormen van een goede afdichting als gevolg van slijtage of onjuist worden schroefdraad. Luchtvochtigheid kan regelen binnen de tank, uiteindelijk de vorming van genoeg water om invloed op de motor. Water kan ook het brandstofsysteem invoeren als het in de gastanks van het tankstation aanwezig is, wanneer de boot gas is gekocht.
Niet starten, springen of sputteren
Brandstof die wordt verdund met water krijgen niet voldoende ontvlambaarheid te ontsteken wanneer de motor wordt gestart. Zonder ontsteking, zal de motor niet start of uitvoert. Springen of sputteren treedt bij een draaiende motor wordt gevoed met water. In tijden wanneer de motor water in plaats van brandstof ontvangt, verbranding zal ophouden en de motor zal niet uitgevoerd tot de ontvangst van voldoende brandstof. Motoren blootgesteld aan bijzonder hoge concentraties van water in hun brandstofmengsel zal ophouden uitgevoerd over het geheel genomen omdat ze onvoldoende gas branden zijn ontvangen.
Lekken of zichtbare schade te wijten aan roest
Water rusts de onderdelen van een motor en brandstof systeem na verloop van tijd. Boten met brandstof-ingespoten motoren, de injectoren niet zoals ze roest accumuleren. Roest kan ook zich ophopen op het zichtbare oppervlak van de motor. Voldoende accumulatie van roest roest ontstaat brandstofleidingen en andere motoronderdelen, creëren van lekken en gaten in het brandstofsysteem en morsen van brandstof. De aanblik van olie of gas drijvend op het wateroppervlak in de buurt van de boot geeft een lek van brandstof, die kan worden veroorzaakt door roest van water in de brandstof.
Veranderingen in de brandstofefficiëntie
Een motor die is beschadigd of gehinderd door water in de brandstof lijn zal harder werken om verbranding dan een motor draait op niet-verontreinigde brandstof. De spanning en de hogere operationele snelheid ervaren door de motor zal brandstof verbranden sneller wanneer het beschikbaar is, wat resulteert in meer brandstofverbruik en minder motorvermogen. Een plotselinge daling brandstofverbruik kan een teken van vele dingen, maar water in het brandstofsysteem is een mogelijke oorzaak.