Algemene richtsnoeren voor de selectie van individuele ventilator instellingen worden in eerste instantie bepaald door de behandelend arts of een AdemhalingsTherapeut als ventilator protocollen in plaats. Deze parameters worden bepaald door een persoon van hoogte en gewicht, niveau van gezondheid en diagnose. Een ventilator is een apparaat dat voor u, ademt wanneer u zijn niet in staat om te ademen op uw eigen. Ventilator alarmen zijn ingesteld in kennis te stellen van uw zorgverzekeraar dat de parameters die zijn ingesteld of niet is voldaan, of zijn overschreden.
Ademhaling
Instellen van het respiratoire interval wordt bepaald in combinatie met de ademhalingsvolume om te zorgen voor voldoende oxygenatie en ventilatie naar de longen van de patiënt. De normale ademhaling tarief van een volwassene is 12 tot 15 ademhalingen per minuut, terwijl een kind normale respiratoire tarief 15 tot en met 22 ademhalingen per minuut is. Ademhaling ventilator alarmen zijn normaal gesproken ingesteld op 10 tot 15 boven het vastgestelde tarief. Een apneu alarm is ook ingesteld op 20 seconden. Apneu is de afwezigheid van de ademhaling, dus als een patiënt een adem niet heeft genomen, of indien de ventilator niet heeft gegeven een adem na 20 seconden, het alarm klinkt.
Ademhalingsvolume
Een andere instelling van de standaard ventilator is ademhalingsvolume. De ademhalingsvolume is de hoeveelheid lucht of lucht zuurstof mix die de ventilator levert om te houden van de longen uitgebreid. Een normale ademhalingsvolume is 5 tot 15 cc per kg lichaamsgewicht. Het niveau van het volume wordt ook ingesteld volgens de patiëntenverenigingen Long compliance, weerstand en ziekte staat. Naleving en weerstand is de elasticiteit van de longen en de longen vermogen terug te keren naar de rusttoestand.
Zuurstof
Een andere instelling van de ventilator is de Fractie van geïnspireerd zuurstof, of FI02. De hoeveelheid zuurstof geleverd door de ventilator wordt gedicteerd door de conditie van de patiënt. Zuurstof is een drug met ernstige bijwerkingen als niet nauwlettend gevolgd, met name bij premature zuigelingen. Altijd moet gestreefd worden naar de FI02 minder dan 60 procent om te voorkomen dat toxiciteit van zuurstof houden.
GLUREN
Positief einde-expiratoire druk of PEEP, is geproduceerd door voortijdig sluiten van de expiratoire klep en vangen van een specifieke hoeveelheid verlopen gas in de longen. Dit volume wordt bepaald door de naleving van de Long van de patiënt, alsmede van de ventilator druk instelling. Dit is een andere instelling die zorgvuldig moet worden gecontroleerd om long letsel te voorkomen.
Alarmen
Mechanische ventilatoren zijn uitgerust met alarms die zijn ingesteld in kennis te stellen van de zorgverzekeraar voor ventilatie-problemen, hetzij met de ventilator of met de patiënt. De hoge en lage druk grenzen zijn ingesteld op het alarm wanneer de patiënt inspiratory druk veilige druk grenzen overschrijdt, of wanneer er te weinig druk wordt gegeven. Wanneer de patiënt heeft niet de lucht die werd gegeven tijdens de inspiratory fase van ventilatie uitgeademde klinkt het alarm laag uitgeademde volume.