Verpleegkundigen voldoen aan bepaalde ethische beginselen bij de zorg voor patiënten. Tot deze beginselen behoren weldadigheid die is die geen kwaad doet aan de patiënt, maleficence dat schade aan een patiënt voor positieve uitkomst doet, justitie bij de toewijzing van zorg gebaseerd op moeten niet status en patiënt autonomie die respecteert het recht van patiënten om gezondheidsbeslissingen te nemen. Conflict met de resultaten van deze beginselen in een ethisch dilemma.
De verpleegkundige heeft een ethische plicht haar patiënten om veilig te houden. Een ethisch dilemma gebeurt wanneer een verpleegkundige vindt zichzelf in een situatie waar ze heeft te veel patiënten en geen adequate zorg voor al deze mensen op haar eigen.
Het geven van verkeerde medicatie doseages of medicatie voor de verkeerde ziekte is onveilig voor patiënten en kan leiden tot de dood. Verpleegkundigen vindt zichzelf in een ethisch dilemma wanneer ze moeten uitdagen een medicatie-volgorde geschreven door een arts.
Verpleegkundigen moeten vaak beroep op artsen in situaties buiten hun bereik van praktijken bijvoorbeeld bij medische noodgevallen. De verpleegster vindt zichzelf in een ethisch dilemma als de arts niet reageert en van haar patiënt voorwaarde van kwaad tot erger gaat.
Verpleegkundigen zweven van afdeling naar afdeling in de loop van hun carrière. Wanneer een verpleegkundige vindt zichzelf in een onbekende afdeling en wordt gevraagd om te verzorgen, ze is onvoldoende opgeleid, want ze hebben kan om te weigeren om zorg te verlenen om te voorkomen dat de patiënt onveilig maken.
Patiënten beslissingen soms nemen die onveilig zijn, zoals het weigeren van behandeling voor een baby, medicatie of levensreddende procedures. De verpleegster vindt zichzelf in een ethisch dilemma, omdat niet het geven van de benodigde behandeling tegen weldadigheid gaat en autonomie van de patiënt waardoor het negeert.