Een rookmelder ionisatie-type, die de meest voorkomende gebruikt is, kan geen onderscheid worden gemaakt tussen de rook van een brand en kleine deeltjes in de lucht veroorzaakt door andere bronnen. Afhankelijk van waar een rookmelder is geplaatst, bepaalde voorwaarden zal leiden tot herhaalde valse alarmen, die wordt snel vervelend. Vermijd dit door het installeren van de rookmelder in de juiste vlekken.
Stof die de rookmelder schutblad heeft opgelopen is vertrekt van valse alarmen. Het alarm kan verschijnen vlekkeloos aan de buitenkant, maar moeten schoonmaken aan de binnenkant. Ook veroorzaken dode insecten en insecten soms verstopt rond van de detector sensor. Vacuüm de rookmelder ten minste eenmaal per maand om te beschermen tegen de opeenhoping van stof en insecten in de eenheid. Spray insectenwerend middel rond het algemene gebied rondom de rookmelder, maar vermijd spuiten van de eenheid zelf, voor het weren van insecten problemen in de toekomst.
Rookmelders zijn vaak hardwired, wat betekent dat ze zijn aangesloten op het elektrisch systeem van het huis. Wanneer er een onderbreking van de stroom van het huis of gebouw, en macht is dan hersteld, zal de rookmelder een alarm klinken. Een andere mogelijkheid is een korte in de bedrading naar de rookmelder. Dit zorgt ervoor dat de macht aan de eenheid te gaan in en uit en resultaten in de rookmelder afgaan telkens de macht om het als resultaat.
Extra triggers die gemakkelijk op een dagelijkse basis gebeuren verrekening een rookmelder, die kan onderscheid maken tussen soorten dampen. Stoom die uit een warme douche ontsnapt zal leiden tot een vals alarm. Open haarden, ovens, houtkachels en koken dampen zijn alle triggers die valse signalen te aan de rookmelder leveren. Vanwege dit, moet u vermijden ionisatie detectoren binnen 10 voeten van badkamers, en binnen 20 voet van keukens, open haarden en ovens.
In het geval van een vals alarm, fan de lucht direct voor de detector met een krant, tijdschrift of kleine handdoek. Hierdoor wordt verse lucht in de eenheid. Als de detector is uitgerust met een, drukt u op de reset-knop om te schakelen de alarm en stoppen het piepen. Vervangen van de batterij, als die er is, of de detector naar een geschiktere locatie te verplaatsen. In kleine gebieden wellicht fotoelektrisch-detectoren, die minder gevoelig voor kleine deeltjes zijn, meer geschikt.