Ecosystemen verwijzen naar specifieke biologische omgevingen en alle van de organismen in hen, inclusief hun interacties met de levens- en nonliving onderdelen van het milieu. Enkele van de levende componenten van een ecosysteem omvatten haar dieren en planten. Nonliving onderdelen omvatten de bodem, water, klimaat en neerslag. Ecosystemen kunnen natuurlijke of kunstmatige.
Natuurlijke ecosystemen zijn het resultaat van spontane natuurlijke reacties en interacties tussen organisaties en hun omgeving. Bijvoorbeeld, is een oceaan een marien ecosysteem met primaire producenten in de vorm van algen, alsook consumenten en afbrekers. De algen energie van de zon omzetten in de bruikbare formulieren via het proces van fotosynthese, en vervolgens andere zeedieren (dat wil zeggen, consumenten) de algen te ontlenen hun energie verbruiken. Wanneer de consument sterven, organismen bekend als afbrekers hen in organisch materiaal breken. Deze natuurlijke ecosysteem treedt op door zelf.
Een kunstmatige ecosysteem, aan de andere kant treedt niet vanzelf (dat wil zeggen, het is het resultaat van een opzettelijke daad van de mens). Een voorbeeld van een kunstmatige ecosysteem is een dierentuin, die uit planten en dieren buiten hun natuurlijke habitats bestaat.
Een natuurlijk ecosysteem is zelfvoorzienend en zichzelf bestendigen. Dit betekent dat het niet hulp van buitenaf hoeft te houden zelf. Aan de andere kant, houden een kunstmatige ecosysteem niet zelf zonder de hulp van de mens. Bijvoorbeeld is een farm een kunstmatige ecosysteem dat zelf niet kan ondersteunen. Als een farm is verwaarloosd voor een periode van tijd, het zal terugkeren naar de natuur en het ecosysteem zullen vernietigd worden. Hetzelfde geldt voor een zoo; de dierentuin niet schelen voor de dieren en planten, allen van hen zal sterven als zijn kunstmatige ecosysteem zal worden vernietigd.
Natuurlijke ecosystemen zijn meer divers dan kunstmatige ecosystemen. Dit is omdat de natuurlijke ecosystemen bevatten meer biotische en abiotische factoren dan kunstmatige ecosystemen. De organismen en hun relatie tot elkaar zijn complexer dan om het even wat die kan worden gevonden in een kunstmatige ecosysteem. Een natuurlijk ecosysteem heeft veel relaties tussen organismen. Het gaat hierbij om symbiose, Predator, mutualisme en Commensalisme, om enkelen te noemen. Dergelijke relaties zijn beperkt in een kunstmatige ecosysteem. Het aantal soorten verkrijgbaar in een kunstmatige ecosysteem bleke in vergelijking met wat beschikbaar in een natuurlijk ecosysteem is.
Natuurlijke ecosystemen bestaan als gevolg van natuurlijke omstandigheden, terwijl kunstmatige ecosystemen meestal met een bijbedoeling in gedachten gemaakt worden. Bijvoorbeeld, is een dierentuin gemaakt voor doeleinden zoals entertainment, recreatie, onderwijs, instandhouding en winst. Een boerderij is gemaakt als een zakelijke onderneming of om te dienen als voedsel. Een park is een door de mens veroorzaakte of kunstmatige ecosysteem dat wordt gemaakt als een ontspannen plek voor instandhouding of esthetica.