Visual Basic for Applications (VBA) is een krachtige, gebruiksvriendelijke programmeertaal die u gebruiken kunt voor het maken van macro's in het Microsoft Excel-werkbladprogramma. Gevorderde gebruikers kunnen ook hiermee maken volledige toepassingen die worden uitgevoerd vanuit Microsoft Excel. Wanneer u VBA-macro's of programma's te schrijven, kunt u de standaard statistische functies van Excel uit te voeren taken. Een taak die de toepassing gemakkelijk kunt uitvoeren is te tellen van het aantal niet-lege cellen in een bepaald bereik van cellen. De opdracht voor het uitvoeren van deze taak heet AANTALARG.
Klik op "Start" en vervolgens 'Alle programma's ' en wijs 'Microsoft Office'. Open 'Microsoft Excel' om het programma te starten.
Druk op de "Alt" en "F11" op hetzelfde moment te openen de "Visual Basic Editor." Selecteer 'Insert' en klik op "Module."
Neem de regel "COUNTA(argument1)" in uw VBA-code waar "argument1" is het bereik waarin u wilt het aantal niet-lege cellen tellen. Bijvoorbeeld, voer "a1: A5" om te tellen van het aantal niet-lege cellen in het bereik van "a1" tot "a5" van uw spreadsheet.
Druk op "Alt" en "Q" om af te sluiten van de "Visual Basic-Editor" weergave.
Druk op "Alt" en "F8" om de lijst met gemaakte macro's. Selecteer de macro die u hebt gemaakt met behulp van de functie "AANTALARG" en klik "Run" voor het uitvoeren van de code waarin "AANTALARG."
- U kunt meer dan één argument opnemen in de functie AANTALARG. Meerdere argumenten zijn gescheiden door komma's.
- U kunt een enkele cel in plaats van een bereik van cellen invoeren voor een argument voor AANTALARG.