Er zijn verschillende soorten tekens in een werk van literatuur, met inbegrip van ronde, statische, vlakke en dynamisch. Een teacher's doelstellingen voor het aanleren van deze vier typen tekens moeten voorbeelden in verschillende werken, evenals de voordelen van elke karakterisering tonen als het gaat om het schrijven van een verhaal te illustreren.
Ronde tekens
Ronde tekens zijn tekens waarvan motieven vrij complex zijn, en niet noodzakelijkerwijs passen van een lezer verwachtingen als het gaat om hun acties. Ronde tekens zijn zeer vaak de held (of anti-held) van een werk; echter moet een leraar duidelijk maken dat ronde betekent niet per se dat een personage is de hoofdpersoon. Deel van een teacher's doelstelling met ronde tekens moet bovendien een onderscheid te maken tussen een "ronde" teken en een teken dat wordt beschreven in een heleboel details. Details maken niet noodzakelijkerwijs een teken ronde; ronding wordt gevonden in het karakter van de acties, niet hun beschrijving.
Platte karakters
Platte tekens staan in tegenstelling tot ronde van tekens, omdat ze relatief eenvoudig zijn. Vlakke personages zijn vaak gedefinieerd door een handvol consistente kenmerken. Er moet een teacher's doelstelling voor platte karakters op te maken duidelijk dat platte karakters zijn niet noodzakelijkerwijs saai en, belangrijker nog, ze zijn niet alleen secundaire personages. Bijvoorbeeld, veel beroemde literaire helden zijn helden, juist omdat ze vlak zijn: ze zijn altijd dappere en heldhaftige, ongeacht de situatie. Platte is niet een negatieve eigenschap; het staat gewoon in contrast met de ronde.
Statische tekens
Een statische teken is een teken dat niet door de cursus van het werk verandert. Als vlakke personages, moeten leraren voorzichtig te maken duidelijk dat statische is niet noodzakelijkerwijs een negatieve eigenschap, maar het betekent alleen dat het teken consequent is van begin tot eind. Inderdaad, de overgrote meerderheid van tekens zijn statisch omdat het werk alleen op zoveel protagonisten richten kan. De meeste secundaire personages worden statisch gekenmerkt.
Dynamische tekens
Dynamische tekens contrast met statische karakters, dus een dynamische karakter verandert in de loop van een werk. Protagonisten zijn normaal dynamische tekens, omdat ze veranderen wie ze zijn vanwege de omstandigheden in het werk. Deze wijzigingen moeten worden in hun karakterisering, niet alleen in hun materiële bezittingen, en zij moeten leiden tot belangrijke wijzigingen in het karakter (zoals met Pip in Charles Dickens' "Great Expectations," een quintessential dynamische karakter die zijn persoonlijkheid voor het erger verandert als hij inherents een grote som geld).