Engels is de taal van een mooi en uitdagend. Zelfs degenen onder ons die opgegroeid in Engels sprekende huizen soms worstelen met de fijnere punten en hebben een harde tijd recollecting precies wat ze geleerd over het diagram van een zin. Predicate zelfstandige naamwoorden zijn niet moeilijk te begrijpen wanneer verklaard; zoals veel grammaticale concepten, dit klinkt meer ingewikkeld dan het werkelijk is.
Fundamentele zinsstructuur
Een eenvoudige zin bestaat uit twee of drie onderdelen. "Mary liepen," is een tweedelige zin bestaat uit een zelfstandig naamwoord, of onderwerp (Mary) en een werkwoord, er staan of predicaat (liep). "Mary liep home" is een drie-delige zin met een onderwerp, een predicaat en een object (thuis).
Soorten predikaten
Alle werkwoorden zijn predikaten, maar alle predicaten zijn niet alleen woorden. De World English Dictionary omschrijft "predikaat" als "het deel van een zin waarin iets wordt beweerd of geweigerd van het onderwerp van een zin; een van de twee belangrijke componenten van een zin, de andere is het onderwerp."
Zelfstandige naamwoorden en voornaamwoorden
Een zelfstandig naamwoord is een persoon, plaats of ding. Eigennamen zijn specifiek voor een bepaalde persoon of plaats (Mary, New York), terwijl andere zelfstandige naamwoorden niet zijn (meisje, stad). Een voornaamwoord zoals hij, zij of zij neemt de plaats in van een goede zelfstandig naamwoord.
Het onderwerp van een zin is altijd een zelfstandig naamwoord of voornaamwoord.
Predicate zelfstandige naamwoorden en voornaamwoorden
Een predicaat naamwoord of voornaamwoord maakt deel uit van het predicaat van een zin in plaats van het onderwerp wordt en serveert te wijzigen of dat voorwerp omschrijven. Het predikaat zelfstandig naamwoord vertelt wat het onderwerp is. "Mary is de Voorzitter." "Fred is een verpleegkundige." In het laatste voorbeeld, verpleegkundige is het predicaat zelfstandig naamwoord, terwijl geregistreerd is een predicate adjectief dat beschrijft wat voor soort verpleegkundige Fred is. Een predicaat voornaamwoord vervangt een predicate zelfstandig naamwoord. "Mary gaf het aan mij."
Predicate zelfstandige naamwoorden en voornaamwoorden kunnen ook worden opgeroepen predicaat nominatives.