Engels zinsbouw kunt voor beide samengestelde onderwerpen--meer dan één onderwerp beschreven door een enkele predikaat-- en ook voor samengestelde predikaten, waarin meerdere predikaten naar een of meer onderwerpen verwijzen. Aangezien samengestelde onderwerpen zowel enkel- als meervoud vormen bevatten kunnen, kunnen sommige variaties in onderwerp-werkwoord overeenkomst optreden in deze zinnen.
Onderwerpen en predikaten
Het onderwerp van een zin kunnen een zelfstandig naamwoord (gemeenschappelijk of juiste) of voornaamwoord: "Mary gingen winkelen;" "Ze kocht melk." Het onderwerp ter omschrijving van de belangrijkste focus van de zin en de uitvoerder van acties beschreven door haar predikaat. Het predicaat bestaat uit een werkwoord en alle elementen gekoppeld, zoals voorzetselbepalingen, bijvoeglijk naamwoord zinnen en bijwoorden: "Juan nam een geavanceerde wiskunde klasse;" "Sharon was blij om te zien van haar moeder." Het predicaat becommentarieert en voltooit het onderwerp.
Samengestelde onderwerpen
Een onderwerp kan worden uitgedrukt door meerdere zelfstandige naamwoorden verbonden door de voegwoorden "en" en "of:" "Steve en Mary gingen naar diner in een fijn restaurant;" "Miko of Sachiko schreef de brief;" "John, Peter en Aaron voetballen varsity." In deze zinnen geldt het werkwoord uitgedrukt door het predikaat voor alle leden van het onderwerp.
Samengestelde predikaten
Samengestelde predikaten kunnen toepassen op enkelvoudige en samengestelde onderwerpen: "Rachel gewassen van de gerechten en ging naar bed," "Rachel en haar zussen de keuken schoongemaakt en zet alles weg." Onderdelen van een samengestelde predikaat kunnen worden samengevoegd door de voegwoorden "en", "of" en "maar:" "Jackie geregistreerd voor de klasse maar hem liet;" "Claire vroeg opgestaan en ging voor een run."
Samengestelde onderwerp-werkwoord overeenkomst
Wanneer samengestelde onderwerpen bevatten zowel een enkelvoud en een meervoud element vergezeld door "en" tegenwoordige werkwoorden zijn meervoud: "Anna en Mary Spaans leren samen." Maar wanneer samengestelde onderwerpen worden vergezeld door "of / noch," regels van overeenkomst staat dat een werkwoord van de tegenwoordige tijd-in het predicaat moet eens met het dichtst bij het werkwoord element: "ofwel de counselor of de kampeerders nemen een wandeling's ochtends." "De studenten, noch de leraar heeft een handige calculator."