Gematigde regenwouden zijn te vinden op de westelijke kust van Noord- en Zuid-Amerika, langs de Stille Oceaan. Ze zijn koeler en droger dan tropische regenwouden. Abiotische factoren, of nonliving factoren, van een gematigde regenwoud zijn temperatuur, water, bewolking, bodem en licht. Deze abiotische factoren interactief werken met biotische of levende factoren, om te vormen van het uniek ecosysteem van het regenwoud. Abiotische factoren invloed op wat voor soort levende organismen overleven in gematigde regenwouden.
Temperatuur
Gematigde regenwouden hebben een mild, comfortabel klimaat. Het klimaat is mild, omdat kust bergketens val vochtige luchtmassa als ze van de Stille Oceaan stijgen. De temperatuur varieert tussen bevriezing tijdens het natte seizoen en ongeveer 80 graden gedurende het droge seizoen. De frequente bewolking ook blokkeert een groot deel van het zonlicht.
Water
Gematigde regenwouden zijn vochtig en weelderige. De vochtige lucht van de Stille Oceaan condenseert nadat het is gevangen door de kust bergketens en als regen valt. Neerslag gemiddeld 60 tot 200 duim per jaar. Regenwouden in de noordelijkste gebieden kunt ontvangen sommige ijs en sneeuw.
Bewolking
Het klimaat is mistig en de wolk bedekte. Het blijft bewolkt en mistig zelfs tijdens het droge seizoen. In de zomer biedt mist ongeveer 7 tot en met 12 duim regen per jaar. Dit draagt bij tot de weelderige, gematigde omgeving.
Bodem
De bodem is voedselrijke omdat er grote hoeveelheden rottend, organische materie. Dit organisch materiaal, uit bladeren, dode vegetatie en insecten, wordt verbruikt door paddestoelen, schimmels, bacteriën en insecten. De weelderige bodem gecombineerd met hoge neerslag kan de bomen groeien zeer hoog. De kust redwood, bijvoorbeeld groeit in gematigde regenwouden in Californië.
Licht
Een groot deel van het zonlicht wordt geblokkeerd door de frequente wolken en mist. Zelfs wanneer de lucht is helder, blokkeert de hoge bladerdak van het regenwoud een groot deel van het zonlicht van het bereiken van de bosbodem. Deze factor, gecombineerd met de hoge neerslag, creëert een donkere en vochtige bosbodem. Insecten, paddenstoelen en schimmels gedijen in de gematigde regenwouden.