Kangkong, een groene lommerrijke plant met smalle of brede bladeren, is inheems in Zuid-China en Zuidoost-Azië. Smal-gebladerde hooggelegen kangkong en broadleaved laagland kangkong produceren 5 - tot 6-inch bladeren. Alleen worden kangkong van de jonge scheuten gegeten, gestoomd, gebakken in olie of blik. Aangezien kangkong saai op zijn eigen is, zijn specerijen toegevoegd ter verbetering van de smaak. Kangkong is een belangrijke groente in veel Aziatische landen, maar het is niet gebruikelijk in de Verenigde Staten. Kangkong is een vaste plant, maar groeit het hele jaar in tropische klimaten. Echter, het groeien als een jaarlijkse verkleint de kans van plagen en ziekten.
Wat die u nodig hebt
- 2-3 kg compost
- Spade
- 1/4 pond stikstof kunstmest
- Mes
- Mulch
De kangkong van de plant in het late voorjaar. Kies een gebied met volle zon en goed gedraineerde grond. Maak lineaire furrows 1/3-inch diep met de spade. Ruimte de furrows 6 tot en met 8 inch uit elkaar. Kangkong groeit in een natte of droge habitat, maar in de meeste plaatsen droog zaaien is gemakkelijker.
Bestrooi de zaden in de furrows ongeveer 2 tot 3 inch uit elkaar. Bedek de zaden met compost.
Geef de kangkong 1 tot 2 inch water per week. Voeg extra water toe aan de kangkong als het begint te verwelken door 's middags.
Meng 2 tot en met 3 lbs. van compost met 1/4 pond van stikstof-meststof. Verspreid het mengsel rond de kangkong wanneer het is ongeveer 5 tot en met 7 inch groot. Gebruik 1 tot 2 inch van de compost en stikstof mengsel rond de kangkong. Mulch over het mengsel met een organische mulch over 1-inch diep.
Oogst de kangkong 30 tot 45 dagen na het planten. De gehele installatie op de grond met een scherpe, straight-mes mes gesneden en laat ze groeien terug als u wilt dat meerdere oogsten. Ontwortelen de kangkong als u geen zorg over meer oogst. Te ontwortelen het, leven de kangkong uit de grond met de hand.