Slavenhandelaars vond het zeer winstgevend zijn voor het verzenden van de slaven naar de nieuwe wereld, waar de slaven waren nodig om te werken op de boerderijen. Honderdduizenden slaven werden gestuurd naar de Noord-Amerikaanse koloniën, en miljoenen werden gestuurd om te werken op de eilanden van het Caribisch gebied. Zonder wetten in plaats om dit te voorkomen, was slavernij een onvermijdelijkheid vanwege sterke economische prikkels voor individuele slavenhandelaars, plantage-eigenaren en Europese consumenten.
Slaaf-Trading winsten
Van 1500 tot 1860 werden ongeveer 12 miljoen slaven Afrikanen verhandeld naar Amerika. De verantwoordelijken voor de schepen grote winsten gemaakt. Volgens Dr. Alan Rice met RevealingHistories.org maakte de Koninklijke Africa Company een gemiddelde winst van 38 procent voor elk van zijn schip reizen in de 1680s. Ze kon kopen de slaven voor lage prijzen in Afrika en ze vervolgens te verkopen aan de plantages in Amerika voor de relatief hoge prijzen.
Arbeidsintensieve landbouw
De grootste vraag naar arbeidsintensieve landbouw afkomstig uit Brazilië en de suikerplantages op de eilanden van het Caribisch gebied. Slaven waren ook nodig in Virginia om te werken op de tabaksplantages. Tabak was zo'n belangrijk onderdeel van de economie van Virginia dat tabaksbladeren en later "tabak aantekeningen" werden gebruikt als betaalmiddel gedurende de 18e eeuw. Veel andere gewassen eiste slavenarbeid in Amerika; Deze omvatten rijst, katoen en koffie gewassen.
Vraag naar producten
Sterke vraag in Europa naar de gewassen die zijn geproduceerd op slaaf plantages in de nieuwe wereld was een belangrijke economische factor die heeft bijgedragen aan de slavernij. Deze producten waren niet benodigdheden voor Europese overleven, maar meestal luxegoederen voor aristocratische Europeanen, zoals koffie en suiker. De liefde van suiker in Groot-Brittannië en andere Europese landen, bijvoorbeeld sterk toegenomen de vraag naar productie van suiker zodat meer slaven waren nodig om te blijven groeien de productie van suikerplantages, volgens Dr. Rice.
Driehoek van de handel
Deze drie economische factoren die hebben bijgedragen aan de slavernij vertegenwoordigen een driehoek van de handel. De transatlantische slavenhandel bestond uit drie verschillende passages te maken deze driehoek: de passieve passage bracht industrieproducten uit Europa naar Afrika; de middelste passage uitgevoerd Afrikaanse slaven uit Afrika naar de Amerika's; de homeward passage droeg de gewassen die door de slaven terug naar Europa voor consumptie.