Wetten schoolbussen afkomstig zijn voornamelijk van de regeringen van de afzonderlijke en variëren van staat tot staat. Federale veiligheidsnormen en verschillende verordeningen, aanbevelingen en richtsnoeren van andere agentschappen bijdragen tot de ontwikkeling van beleid met betrekking tot de werking van de schoolbus. Daarnaast zijn er wetten die de andere voertuigen die in de buurt van en rond een bus van de school.
Staten eisen dat school buschauffeurs worden gecertificeerd, houden een CDL (commerciële Driver's License) en dat zij strikt houden aan alle verkeersregels. Hun drijfverslag moet zowel persoonlijk als professioneel zonder smet. Bovendien bevatten veel schooldistricten diepgaande noodgevallen training voordat het stuurprogramma is toegestaan om te beginnen op de baan.
Het aantal kinderen en/of volwassenen die op een afzonderlijke zitplaats op een bus van de school zitten kunnen wordt bepaald door de fabrikanten van de schoolbus, niet door de wet. Standaard plaatsen zijn 39 inch en zijn vastgesteld om de zetel van drie kleine schoolgaande kinderen of twee mensen van volwassen grootte te kunnen. Het wordt verder aanbevolen door The National Highway Traffic Safety Administration dat geen passagier mag staan terwijl de bus in beweging is. Iedereen moet het hebben van een stoel.
Railroad tracks vormen een reëel gevaar voor alle voertuigen, met name grotere degenen zoals schoolbussen. De nationale Raad van de veiligheid raadt alle schoolbussen halte railroad tracks en het stuurprogramma evalueren de situatie alvorens over de sporen. De aanbeveling verder stelt dat de stuurprogramma's moeten worden goed-bedreven in, en houden, hun individuele staat verordeningen betreffende spoorweg track veiligheidsmaatregelen.
Wetten voor automobilisten inzake het veilig laden en lossen van een bus van de school zijn duidelijk. Simpel gezegd, moeten automobilisten stoppen wanneer een schoolbus stopt. Wanneer rijden achter een bus van de school, of komen die de tegenovergestelde manier op een twee of vier lane road, bestuurders hun voertuig stoppen moet wanneer de bus stilstaat en haar rode stopbord wordt uitgebreid of de alarmknipperlichten knipperen.