Managementtheorie is onderverdeeld in drie brede groepen: klassiek, menselijke relaties en sociale stelsels. Klassieke theorie gaat ervan uit dat organisatie-leden de instrumenten van het beheer en daarmee het systeem. Het gaat om weinig met communicatie en richt zich meer op hoe werk en arbeid zijn verdeeld. Er zijn verschillende klassieke organisatorische benaderingen gesteld door verschillende auteurs.
Henri Fayol de theorie
Fayol de theorie stelt dat management bestaat uit planning, commandant, coördinatie, controle en organiseren. Hij stelt dat de machtsverhoudingen zijn gevormd binnen deze structuur en onder leiding van een beloningssysteem aangeboden door het management. Houding binnen de organisatie worden begeleid door hoe het beheer maakt gebruik van hun gezag te dicteren de beloningen.
Max Weber's theorie
Max Weber's theorie richt zich op de bureaucratie van de organisatie. Het deelt veel overeenkomsten met Fayols theorie, maar een hogere nadruk legt op de regels binnen een organisatie. Volgens Weber, moeten regels worden ingesteld en gevolgd door iedereen in de organisatie zonder uitzondering. Hij hecht ook belang op het hebben van een rationele autoriteit in de organisatie waar medewerkers terecht kunnen.
Frederick Taylor's theorie
Taylor's theorie evalueert de relatie tussen het management, de werknemers en de manier waarop die hun banen zijn ontworpen. Volgens Taylor, moeten banen worden ontworpen voor de werknemers na verloop van tijd. Organisaties moeten ook worden onderverdeeld in strikte opdeling waarin werknemers en werkgevers worden gescheiden; werknemers de fysieke arbeid en managers de geestelijke werk te doen.
Pure klassieke theorie
Pure klassieke theorie is de voorloper van de drie theorieën die hierboven vermeld. Bleek in het begin van de 20e eeuw, met strikte controle van de werknemers met een strakke hiërarchische structuur. Dit leidde tot voorspelbaar gedrag waarin beheer kan rechtstreeks van invloed zijn-- en in wezen uitgeschakeld autonomie en creativiteit voor werknemers.