De tijd die nodig is voor het verwarmen van een object is afhankelijk van de massa, de warmtecapaciteit en het tarief waartegen u energie leveren. Een andere manier om te beschrijven het tarief heet de macht, die wordt gemeten in watt. Heat capacity beschrijft enkel hoeveel warmte een object voordat de temperatuurveranderingen van 1 graad absorberen moet. Verschillende materialen hebben verschillende capaciteiten van de warmte; water, bijvoorbeeld, heeft een veel hogere warmtecapaciteit dan staal. Zodra u de nummers die u nodig hebt, zijn de berekeningen eenvoudig.
Wat die u nodig hebt
- Potlood
- Papier
- Rekenmachine
Het bepalen van de massa van het voorwerp in kilogram. Als u met nummers van een vraag huiswerk of examen werkt, krijgt u deze informatie. Ook het bepalen van het tarief waartegen warmte wordt geleverd aan het object--het zal u gegeven worden in watt (net als de macht van uw magnetron vermeld). Voor een voorbeeld, stel je hebben van 1 kilogram water en spanning ten belope van 100 watt leveren.
Met de tabellen onder de sectie bronnen, opzoeken van de warmtecapaciteit voor het object is gemaakt van stof. De eerste tabel is voor vloeistoffen, de tweede voor vaste stoffen. Gebruik de cijfers in de linkerkolom voor kJ/kg K. Indien de stof water is, bijvoorbeeld, is de warmtecapaciteit 4,19 kJ/kg K.
Aftrekken van de begin temperatuur van het object uit de eindtemperatuur (de temperatuur die u wenst te bereiken). Dit geeft u de verandering in temperatuur. Zorg ervoor dat u naar Celsius converteren voordat u dit doet.
Voorbeeld: Stel de begin temperatuur is 20 graden Celsius en de definitieve temperatuur 60 graden Celsius. De verandering in temperatuur is 60-20 = 40.
De verandering in temperatuur te vermenigvuldigen met de massa en de specifieke warmtecapaciteit.
Voorbeeld: veranderen 40 graden in temperatuur x 4,19 kJ/kg K x 1 kilogram = 167.6 kilojoule (167.6 duizend Joule).
Dit getal delen door het aantal watt om de tijdsduur in seconden die nodig zijn om de warmte van het object.
Voorbeeld: 167,600 Joule / 100 watt = 1680 seconde. 1680 seconden/60 seconden per minuut = 28.9 minuten.